In dit debuut vertelt de auteur (1951) via fragmenten en anekdotes vele herinneringen uit haar jeugd. Ze beschrijft de wederwaardigheden van een gewoon gezin dat zich moest zien te redden in een gebied in Nederland dat in ontwikkeling was achtergebleven na de oorlog. De saamhorigheid van het dorp, de sterke invloed van het katholicisme, de bouw van betere woonhuizen, maar ook de opkomende emancipatie komen aan de orde. Door elkaar heen gevlochten met persoonlijke voorvallen en beschrijvingen van het dagelijkse leven van dit gezin op het platteland. Met veel warmte en subtiele humor en zonder veel woorden worden beelden van herkenning opgeroepen bij lezers die zijn opgegroeid in de jaren 50 en 60. Doet aan als een objectief verslag en leest moeiteloos weg. Een met zorg uitgegeven publicatie, met enkele opgenomen familiefoto's en een verantwoording van gebruikte bronnen. Auteur schrijft blogs over de streek. Ook interessant als vorm van lokale geschiedschrijving.