HKU-docente Olga Majeau (1969) beschrijft in haar non-fictiedebuut de geschiedenis van de voorouders en naaste familieleden van haar oma van moederskant. Het verhaal van een Hongaars-Duits adellijk geslacht dat ooit op hoog niveau leefde, maar in de laatste eeuw onteigend, verjaagd, verarmd en gebrouilleerd raakte, is zonder meer intrigerend en bijzonder leesbaar opgeschreven, hoewel de schrijfster soms wel erg prominent in haar eigen boek figureert. Dat laatste is het gevolg van haar keuze de geschiedenis - en de spannende zoektocht daarnaar - grotendeels te vertellen vanuit haar eigen perspectief, dat (wellicht begrijpelijkerwijs) niet gespeend is van sentimentaliteit en bij vlagen zelfs wat dweepziek overkomt. Het verslag van deze internationale speurtocht levert in combinatie met quasi-fictieve intermezzo's een dynamisch beeld van hoe het lot van een familie op de woeste baren van de Grote Geschiedenis binnen enkele generaties compleet van koers kan veranderen. Sterk zijn bovendien de vele (kleuren)foto's en de voorin opgenomen stamboom die de lezer het nodige houvast geeft. Dit gelijktijdig in Duitsland verschenen boek is mede relevant vanwege de Hongaarse geschiedenis, waarover in Nederland nog weinig gepubliceerd is.