In zijn memoires maakt Giacomo Casanova (1725-1798) melding van het feit dat hij als zeventienjarige verliefd werd op een meisje van veertien, Lucia. Toen hij na een verblijf in Venetië terugkeerde om met haar te trouwen, was ze verdwenen. Zestien jaar later ontmoette hij haar weer in een bordeel in Amsterdam. De roman vertelt het verhaal van deze Lucia. Haar verdwijning destijds was een daad van liefde: omdat haar gelaat was aangetast door de pokken, zou zij in Venetië, waar alles op uiterlijkheden gericht was, Casanova's loopbaan in de weg gestaan hebben. Na veel omzwervingen geniet ze in Amsterdam faam als luxe prostituee, wier aantrekkingskracht onder andere is gelegen in het feit dat ze gesluierd door het leven gaat. Als ze Casanova weer ontmoet, herkent deze haar dan ook niet. Een spannende, elegante en mooi opgebouwde roman met fraaie beelden en motieven, waarin Lucia haar verlichte opvattingen ontwikkelt over de liefde en over de verhouding tussen rede en gevoel. Dat die ontwikkelingen meer benoemd worden dan getoond in haar doen en laten, maakt het boek soms minder levendig, maar doet weinig af aan het geheel. De auteur (1956) kreeg in 2004 de Libris Literatuur Prijs voor dit boek. Filmeditie met 8 pagina's filmstills in kleur.
Filmeditie.