Een jonge vrouw heeft een goed huwelijk en een fijn gezin, totdat ze gedwongen wordt met haar man mee te verhuizen naar een andere staat. Los van de ouderlijke omgeving en met een man die slechts aandacht voor geld en macht heeft, raakt ze helemaal vervreemd van zichzelf en haar man. Door het lezen van het dagboek van haar overgrootmoeder komt ze tot de conclusie dat deze in dezelfde moeilijke situatie heeft gezeten. Ze ontdekt een rode draad in hun beider leven, die alle gebeurtenissen met elkaar lijkt te verbinden. De verhalen van beide vrouwen worden beurtelings verteld. De bekering van de hoofdpersoon tot het geloof en de verbintenis van het gezin met de kerk doen enigszins overdreven aan. Voor een breed lezerspubliek in de prot.-chr. sfeer. Kleine druk.