De auteur beschrijft aan de hand van vele bronnen het bijzondere leven van Fernanda Willekes MacDonald, begin twintigste eeuw, die, teleurgesteld in haar huwelijk met een orthodoxe dominee, haar eigen weg zoekt, begeesterd door gelijkheidsidealen. Ze vindt steeds haar kille, strenggelovige moeder tegenover zich en lijdt daar erg onder, maar geeft niet op. Een grote ontdekking voor haar is hetgeen de opkomende Bond van Christen-Socialisten (1907) voorstaat. Als het echtpaar de wereldse Chinese student Hiang in huis neemt, vindt de nog jonge Fernanda in hem haar soulmate. Het huwelijk strandt en ze verliest vanwege haar overspel de zeggenschap over haar twee kinderen. Met de succesvolle Hiang - later 's werelds eerste viroloog - sticht ze een nieuw gezin, dat naar Indië vertrekt. Daar zet ze zich onvermoeibaar in voor herstel met het contact met haar eerste kinderen, maar ook voor de samenleving. Het persoonlijke verhaal van Fernanda fascineert, maar de beschrijvingen van wereldgebeurtenissen doen de aandacht wat verslappen. Een intrigerend verhaal over een intrigerende vrouw. Goed geschreven, al vallen wat slordigheden op; Aletta Jacobs heet Jacob.