Een monument voor de BKR

Een monument voor de BKR

    Mediumsoort
    Boek
    ISBN
    9789462623118
    Verschijningsdatum
    Jaar van uitgave
    2020
    Taal
    Nederlands
    Categorie
    Non-Fictie
    Leeftijdsgroep
    Volwassenen
    SISO
    700.7 - Kunst en maatschappij
    Moeilijkheidsgraad
    Moeilijk
    Uitgever
    Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Waanders
    Aantal pagina's
    306 pagina's
    Hoogte
    250
    Breedte
    172
    Aantal banden
    1
    Bestelnummer
    2020292817
    NUR code
    654

    Aanschafinformatie

    Deze geschiedenis van de Nederlandse Beeldende Kunstenaars Regeling (BKR), die bestond van 1949 tot 1987, opent met 99 paginagrote kleurenfoto's van BKR-kunstwerken, gemiddeld 2 of 3 per jaar dat de regeling bestond. Dan volgen aanloop naar en start van de BKR, die eerst van 1947-1956 de vorm had van een contraprestatie, waarbij kunstenaars een deel van het jaar sociale bijstand konden krijgen in ruil voor een kunstwerk. In 1956 wordt het bijstandsidee verlaten, de nieuwe Regeling Sociale Opdrachten Beeldende Kunstenaars moet kunstenaars op termijn maatschappelijk zelfstandig maken. Vanaf 1969 groeit het aantal kunstenaars en kunstwerken zó dat de eisen strenger worden. Na 1980 komt steeds meer kritiek op de regeling en wordt die per 1 januari 1987 afgeschaft. De conservator/onderzoeker die promoveerde op de geschiedenis van de aankopen van het ministerie van OCW en voorgangers, heeft een gedegen, uitstekende en heel leesbare studie geschreven, die van de lezer wel interesse in en enige kennis van kunstpolitiek vraagt. Belangrijk voor wie zich met kunst en/of kunstbeleid bezighoudt.

    Uitgeversinformatie

    ‘In de BKR zitten’ of ‘in de Contraprestatie’ zoals de regeling in het begin werd genoemd, was in de jaren 1949-1987 een begrip in Nederland. De Beeldende Kunstenaarsregeling bood kunstenaars die niet van hun werk konden leven, een tijdelijk inkomen in ruil voor kunstwerken. De regeling was geliefd bij kunstenaars, meer dan 5.600 maakten er op enig moment gebruik van, maar de regering vond haar te duur en zette er na 38 jaar een punt achter.
    De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed bezat in 1987, 221.000 schilderijen, tekeningen, grafiek, beelden, sieraden, objecten, video’s, etcetera. Ruim 200.000 werken zijn geschonken aan instellingen, teruggegeven aan de makers en overgedragen aan de kunstuitleen. De Rijksdienst heeft er 20.000 gehouden. Ze worden uitgeleend aan musea, ministeries, ambassades en aan tentoonstellingen en manifestaties.
    In dit boek, rijk geïllustreerd met een selectie van 100 topstukken, beschrijft Fransje Kuyvenhoven de turbulente geschiedenis van deze unieke regeling. Met recht ‘een monument voor de BKR’.