Hannah Chris Lomans (1994) debuteert met deze bundel ‘een lichaam dragen’: “mijn eigen, trillende lichaam dragen / met een hand onder mijn nek / en de andere op mijn onderrug”. De bundel is opgebouwd uit negen afdelingen, in omvang variërend van één tot twaalf gedichten, in totaal 48 niet-rijmende, titelloze gedichten, zonder hoofdletters en vrijwel zonder punten: “je moet iets verwelkomen in de kamer / dat te groot is voor de kamer / en je weet niet wat onherroepelijk zal veranderen / grenzen die gesteld zijn / door eerdere generaties of / door jezelf in een eerder leven”. De overheersende thematiek valt te omschrijven als ‘transformatie’, ‘wedergeboorte’. Lomans is iemand met een non-binaire genderidentiteit die onlangs in transitie is gegaan: “diep onder de grond ontspant zich iets / en dat wat vrijkomt / is niet alleen zacht en wit”. Een opmerkelijke en geslaagde bundel met een niet-alledaagse problematiek.