Het tweede deel van een drieluik over het leven van Alexandra David-Neel (1868-1969). Alexandra was de eerste westerse vrouw die de moed had in vermomming, als man, in 1924 de van spiritualiteit doordrenkte Tibetaanse stad Lhasa, op grote hoogte in het gebergte, te bezoeken. Haar anarchistische en atheïstische wereldhouding werd door het internationale Theosofische Genootschap geïnitieerd naar een esoterisch boeddhisme. Zoals gesteld was dit een beginpunt naar een bestaan op niveau. Meditatie is het grondbeginsel van het leven van de boeddha. De laatste tien jaar van haar boeiende leven was zij omringd door een verzorgster, die tevens als biografe optreedt. Het vol zorg getekende stripverhaal bevat prachtige illustraties, die leunen tegen het predikaat graphic novel. De tekeningen zijn afwisselend uitgevoerd in kleur en zwart-wit met grijstinten. Een dossier met teksten en foto's is toegevoegd.