Het boek schetst het leven van Hugo Zandsteen in vier seizoenen als werknemer van het Meningenbureau, op de afdeling Uitgaande Meningen. Zijn collega werkt voor de afdeling Binnenkomende Meningen. Hun chef is Baas Hans. Als Meningenbureau leveren ze meningen, retorische vragen, schijnargumenten en weerleggingen via de Meningencatering. Er zijn slechts drie personeelsleden, toch doen ze een uitstap naar het Meningenmuseum per touringcar en vechten ze om aan het raam te mogen zitten. Hugo onderhoudt goede contacten met zijn vriend Boy en bezoekt wekelijks zijn vader. Af en toe zoekt hij troost bij een bikinimeisje of laat hij zich verwennen door een streelvrijwilliger. Hij koopt een vraagapparaat om at random mensen te bellen om op bezoek te komen, maar vergeet de meisjesfunctie te activeren. Hij helpt zijn vriend Boy om diens vrouw met een steekkarretje naar de winterstalling voor vrouwen met seizoensmelancholie te brengen. Deze verhalenbundel is een aaneenschakeling van hilarische situaties. De onverwachte wendingen, de grappige vondsten, de verrassende zelfverzonnen woorden en de ongebreidelde fantasie scheppen een surrealistische wereld. De auteur (1946) was mede-oprichter van de Schijversvakschool in Amsterdam, gaf daar ook les en publiceerde verhalenbundels en romans.