Aan zijn geboorteplaats Orange City en zijn Hollandse moeder heeft de Amerikaanse historicus James Kennedy (1963) een fascinatie overgehouden voor Nederland, waar hij inmiddels ook woont, werkt, en regelmatig in de media optreedt. Achttien jaar nadat hij een vertaling van Blom en Lamberts' 'Geschiedenis van de Nederlanden' in het Engels verzorgde, komt hij nu met een eigen overzichtswerk, waarvan gelijktijdig een Engelstalige editie verschijnt. Zoals Kennedy in zijn inleiding toegeeft, laat zijn specialisatie - de moderne geschiedenis van Nederland - zich flink gelden: in krap vijftig pagina's worden de complete prehistorie, de Romeinse tijd en de middeleeuwen tot het begin van het Bourgondische bewind behandeld, waarna in zes hoofdstukken de laatste zevenhonderd jaar aan bod komen. Hoewel met name dit gedeelte een gedegen indruk maakt, het boek prettig wegleest en de auteur een goed oog heeft voor overkoepelende verbanden, rijst de vraag of Kennedy's visie op de materie werkelijk onmisbaar was in het toch al overstelpende aanbod van 'beknopte geschiedenissen' van de laatste jaren. Met afbeeldingen en kaartjes in zwart-wit, een literatuurlijst en register op personen. Verzorgde, inhoudrijke uitgave en een van de betere geschiedenisoverzichten, maar geen standaardwerk.