Het belang van verhalen en herinneringen, de joodse traditie, buitenstaanderschap en de zoektocht naar identiteit en een thuis zijn vaste onderdelen in het werk van Möring (1957). Ze vormen ook de kern van het ambitieuze 'Eden', na 'Dis' (2006) en 'Louteringsberg'* (2011) het laatste van drie door Dante's 'Divina Commedia' geïnspireerde boeken. Centraal staan twee verhaallijnen: de op de legende van de Wandelende Jood teruggrijpende geschiedenis van een eeuwige zwerver en het hedendaagse verhaal van de aan zijn leven en professie twijfelende freudiaanse psychiater Mendel (de titelheld uit Mörings debuut 'Mendels erfenis', 1990), die in Assen onder andere te maken krijgt met een man wiens identiteit ongewis blijft. Möring verknoopt de twee verhalen en verrijkt het geheel met andersoortige elementen, zoals een wetenschappelijk artikel, een reisverslag, afbeeldingen en grafische elementen. Zo ontstaat een boek waarin de lezer aan het werk gezet wordt. Wie zich laat uitdagen, wordt beloond met een stilistisch en thematisch rijke roman met morele lading: 'wie één mens redt, redt de mensheid'. *2009-23-5100 (2011/20).