Moderne poëzie die leven, relaties en uitdagingen benadert met momentopnames, herinneringen, beelden en metaforen. Dagelijkse belevenissen worden bezien vanuit de afstandelijke blik van het dichtersoog, waarbij heden en verleden evenveel afstand lijken te hebben. Wisselende beelden en metaforen volgen elkaar rap en ogenschijnlijk onsamenhangend op. Binnen de context van de afstandelijke positie lijken deze het almaar doorlopende leven te verbeelden als losstaande omgeving waar doorheen gewaad wordt. Dit roept een existentieel gevoel op, de sensatie van doormarcheren in een vastlopende situatie, sleur of zelfs vicieuze cirkel. De bladzijdes bevatten meer wit dan tekst, wat ruimte geeft voor bezinking van de persoonlijke interpretatie. De stijl is kort van stof en gemakkelijk te volgen. Hierbinnen was weliswaar eventueel meer diepgang mogelijk geweest, voornamelijk op tekstueel vlak. Achtste bundel van Ouwens. Zij ontving een nominatie voor de VSB Poëzieprijs 2009-2010, de Leo Herberghs-poëzieprijs in 2013 en voor deze bundel een projectsubsidie van het Nederlands letterenfonds. Voor algemene poëzielezers.