In de jaren veertig koopt Cyril Conroy een enorm landhuis in de buurt van Philadelphia (The Dutch House, voormalig bezit van een Nederlandse rijke familie) inclusief de hele oorspronkelijke inboedel als verrassing voor zijn vrouw. Zij haat het huis en vertrekt naar India om de armen te gaan helpen. Ze laat haar twee jonge kinderen, Danny (verteller in deze roman) en zijn oudere zusje Maeve, achter bij hun afstandelijke vader en laat niets meer van zich horen. Al gauw verschijnt er een (boze) stiefmoeder, met twee dochters, op het toneel. Zij adoreert het huis, maar niet de twee kinderen, die worden langzaamaan door haar verdreven. De hechte band tussen Danny en Maeve, hun onvermogen om later hun leven met anderen te delen of om hun jeugd en het huis achter zich te laten, bepalen hun verdere leven en vormen het thema van dit boek. Goed geschreven, boeiende psychologische familieroman met rake karakterisering en mooie literaire en symbolische verwijzingen. Achtste roman van deze populaire Amerikaanse auteur die met haar roman 'Bel Canto' de PEN/Faulkner prijs en de Orange Prize won.