Cor Krul, 83 jaar, heeft zijn vrouw Lena beloofd dat zij haar leven niet zal eindigen als haar moeder: dement en wegkwijnend in een verpleeghuis. Dan wordt Lena dement en belandt in het verpleeghuis. Cor wil zijn belofte houden en omdat artsen niet willen meewerken, zoekt hij zelf naar wegen om Lena's leven te beëindigen. Uiteindelijk lukt dat, maar eerst moeten nog tal van onverwerkte familieproblemen worden doorgesproken. Centrale vraag is: Is Lena's vroegere wens nog geldig als zij die wens is vergeten en niet (altijd) ongelukkig is in het verpleeghuis? Het thema van het boek is actueel, maar wordt overschaduwd door de onverwerkte relatieproblemen in de familie. De vrouwen in het verhaal komen er beter af dan de mannen: zij zijn empathischer, verstandiger en communiceren beter. Als vertelling is het een onderhoudend boek; als bron van informatie over het centrale thema is het nogal gekunsteld en niet helemaal overtuigend. Het boek raakt aan de discussie over euthanasie en dementie, maar levert daaraan geen wezenlijke bijdrage. Tweede roman van de auteur (1954).