In de nacht van 1 februari 1953, tijdens de watersnoodramp, worden twee jongetjes in het huis van de Zeeuwse Kees en Elsa geboren: Pieter, zoon van Elsa, en Simon, zoon van een onbekende vrouw, die later in de nacht verdrinkt. 'Door het water' volgt het leven van beide jongens. Pieter groeit op in Roodkerke en Simon komt bij een oom en tante in Rotterdam in huis. Twee heel verschillende levens naast elkaar: Pieter wordt boerenknecht en heeft daarnaast weinig ambities; Simon wordt predikant. Een in de goede zin van het woord ouderwetse, boeiende familieroman, voor lezers die bereid zijn een aantal onwaarschijnlijkheden door de vingers te zien. Een aanrader voor liefhebbers van een gemakkelijk te lezen christelijke roman. Derde boek van de auteur die eerder enkele dichtbundels publiceerde.