In juli 1917 roept de Belgische koning Kapitein Pynaert van het front naar de achterhoede terug om de moord op een meisje van lichte zeden te onderzoeken. Er zijn vermoedens dat een hogere officier uit de onmiddellijke omgeving van Albert I betrokken is en die wil dat gerechtigheid geschiedt. Pynaert wordt bevorderd, vormt een hecht team met enkele van zijn ondergeschikten, krijgt af te rekenen met nogal wat gevoeligheden maar zijn verleden als politiecommissaris van Brussel helpt hem de zaak op te lossen. De auteur, in het echt politiecommissaris te Brussel, speelt in op de rage rond de Eerste Wereldoorlog maar is er niet geheel in geslaagd een boeiend boek af te leveren. Daarvoor zijn de officieren wat te zwart-wit voorgesteld en is de plot, zonder noemenswaardige nevenplots, wat magertjes. Wel kan de lezer sympathie voelen voor de sympathieke underdogspeurder en is zijn team nu eens komisch, dan weer tragisch maar altijd eerlijk. Dat de auteur vertrouwd is met onderzoekstechnieken wisten we al uit zijn vorige boeken, maar een historische speurder blijkt niet zo evident neer te zetten. Normale druk en ruime marges.