Sana (14) en haar vader Bilal verhuizen in 2014 na de dood van Sana's moeder naar een apartement in een vervallen landhuis in Durban. Sana raakt geboeid door het huis, zijn bewoners en zijn geschiedenis. Al dwalend belandt zij in een verboden kamer waar zij het dagboek vindt van Meena, een jonge vrouw die er in 1934 gewoond als tweede vrouw van de welgestelde islamitische bewoner. Dan wordt het tragische verhaal van Meena de tweede tijdlijn van het boek: gesar door de eerste vrouw en haar schoonmoeder en dood van haar kind worden haar ondergang. Er zijn parallellen in de levens van beide jonge vrouwen. De djinn in de kast is overal getuige van geweest. Knap geschreven en sfeervol maar somber debuut, met veel uiterst onsympathieke karakters, zowel in verleden als heden.
Somber, maar mooi en goed geschreven. Veel Urdu in de dialogen, wordt wel verklaard. Moelijke onderwerpen, maar geen onvertogen woord.