Dit oblong hardkartonnen boekje met flapjes toont het wel en wee van een peuter te midden van alle mensen die hem liefhebben. De tekst is op rijm bevat een liefdevolle en geruststellende boodschap voor de peuter: hij is een onmisbaar stukje van de ‘wij’ waarvan hij deel uitmaakt. Deze ‘wij’ is in de eerste plaats het gezin, maar ook opa en oma en zijn speelkameraadjes en hun ouders horen erbij. Door de directe aanspreekvorm komt die boodschap ook over bij het kind dat wordt voorgelezen, waardoor het zich geliefd kan voelen. Mooi is ook dat het ‘wij-gevoel’ dat wordt uitgedragen, iedereen insluit: de afbeeldingen tonen een multicultureel gezelschap met onder andere een moeder met hoofddoek en een moeder in een rolstoel. De platen tonen herkenbare alledaagse situaties en nodigen uit tot gesprek. Het zoeken naar wat onder de flapjes zit verstopt, zal de interactie nog bevorderen. Een knus boekje over veilig (op)groeien of juist zo lang mogelijk klein blijven.