Dit boek is de handelsuitgave van een proefschrift over de opkomst en ondergang van de andragologie in Nederland (1950-1983). Het andragogische werkveld was relevant; er waren voldoende studenten - waarom ging het dan toch mis? De onderzoekster richt zich in haar proefschrift vooral op het proces van disciplinevorming in deze praktijkgerichte wetenschap. Hoe kwam de andragologie tot gefundeerde en generaliseerbare uitspraken? En hoe verwierf de andragologie wetenschappelijke erkenning? Het proefschrift omvat zeven hoofdstukken, waarin zowel de voorgeschiedenis als het verloop van de ontwikkeling van dit vakgebied worden beschreven en waarin conclusies worden getrokken over de succes- en faalfactoren bij die ontwikkeling. De auteur richt zich bij haar onderzoek vooral op de ontwikkelingen bij het IWA (Instutuut voor Wetenschap der Andragogie) in Amsterdam en baseert zich voornamelijk op documentanalyse van primaire en secundaire literatuur, naast interviews met betrokkenen. De auteur is sociologe en docente Nederlands en werkt als onderzoekster en projectleidster bij de Hogeschool Utrecht. Het boek bevat een uitgebreide bronvermelding.