Twee kleine cavia's zijn dikke vriendjes en durven er best samen op uit te trekken. Ze zeggen hun papa gedag en gaan op avontuur, gewapend met een bolletje rode wol, een oranje balletje, een rode vlag en een rugzak met twee wortelen. Ze dagen elkaar uit om een hoge berg te beklimmen (of een iets minder hoge), een diepe kloof over te springen (of een iets minder diepe) en lekker te spatteren in de woeste zee (of een duinmeertje). Bij elke uitdaging verliezen ze een attribuut. Als ze alles kwijt zijn, wordt het toch wel angstig en willen ze het liefst snel naar huis. Maar ze weten de weg niet meer terug. Goed kijken naar de illustraties levert cruciale informatie voor de afloop van het verhaal. Want hoe weet hun papa hen te vinden? De spreadvullende sfeervolle prenten in gemengde techniek met aquarel en pastels zoomen in en uit, zodat je als kijker soms meer informatie hebt dan de personages. Een aandoenlijk prentenboek over het overwinnen van je angsten en je stoerder voordoen dan je bent. Heel herkenbaar voor kleuters die graag tegen elkaar opbieden. Vanaf ca. 4 jaar.