Het bekende duo, konijn Fien en muis Milo, gaat in dit prentenboek de dieren tellen die zij buiten tegenkomen. Het gaat om moederdieren en hun jongen: een koe met twee kalfjes en een schaap met drie lammetjes tot een grote vis met tien kleintjes. De speelse tekst is op rijm. Hoewel dit niet altijd soepel loopt, laat het zich redelijk goed voorlezen en zal het peuters zeker aanspreken omdat ieder blokje van zes regels afsluit met een directe vraag over het tellen. In de rechterbovenhoek staat het getal ook als cijfer gedrukt. Het verhaal eindigt origineel met een ei in de kar van Fien en Milo, dat de oplettende lezer al een poosje zag en waardoor we na het getal tien weer terug zijn bij één. De tekst en de levendige, zwart omlijnde illustraties, steeds tegen een effen, frisgekleurde achtergrond, sluiten naadloos op elkaar aan. Nadat tot tien is geteld wordt herhaald welke dieren er te zien waren. Peuters leren niet alleen tellen maar ook hoe jonge dieren heten en er uitzien. Verzorgde uitgave met ronde hoeken en glanzend, stevig papier. Vanaf ca. 2 jaar.