Sobere, episodisch vertelde kroniek van de bekende en veelbekroonde Duitse auteur (1935) over de wederwaardigheden van een familie uit Reichenbach in het Vogtland (in het zuidwesten van Saksen) vanaf de neergang van de Weimarrepubliek en de opkomst van de nationaalsocialisten in 1931 tot vlak na de oprichting van de DDR in 1950. De precies-feitelijke, gedetailleerde en trefzekere weergave van het leven in de kleine stad Reichenbach, inclusief kleine samenvattingen van afstamming, huwelijken en gebeurtenissen (voorop de gevolgen van het lidmaatschap van de NSDAP van de middenstandsfamilie) doet nogal opsommerig aan. Daarentegen werken de spaarzaam-laconiek verwerkte reacties en gevoelens (van vooral zoon Paul tegen de militaristische opvoeding van de nazi's, een soort alter ego van de auteur die in de regio is opgegroeid) daarom des te sterker. De afstandelijk-vignet-achtige vertelwijze (een bewuste keuze van de auteur om de lezer zelf de puzzel te laten maken) stoort in het begin, maar beloont de doorzetter met meer inzicht in het leven van toen.