Imke, Geli en Anne zijn drie zussen en met hun moeder Karin de hoofdpersonen. Na de dood van hun lieve vader ontstaat er een geheim: hij vroeg Imke naar Peter te zoeken, dat belooft zij. Niemand lijkt hem te kennen. De kille 'zwijgende' moeder, zo de titel, die alles uit haar verleden ontwijkt, wil er niets van weten. Peter blijkt haar lang verdwenen jongere broer te zijn. Dus gaat Imke op onderzoek uit en stuit op een vroegere instelling voor jongeren, nu object van een projectontwikkelaar. De jongste zus Anne is zeer ambitieus, ze heeft echter geld nodig voor haar nieuwe project, daarom eist ze haar erfdeel op, met als gevolg het verkoop van het ouderlijke huis. Imke en Geli zijn er tegen, des te meer omdat zij drieën beloofden, dat hun moeder er mocht blijven. Zo ontstaan er gemene streken tussen de zussen, die de vermogende Geli ertoe brengen, om Anne niet te helpen, terwijl Imke die belofte wel wil nakomen. Boven ieder klein hoofdstuk staan hun namen, daartussen zijn een paar aan Karins leven in 1956 gewijd. Het is een schrijnend verhaal, beheerst verteld, zonder franje of exces.