Grete is bijna vijftig jaar en woont samen met haar moeder Wilhelmine op de familieboerderij. Als haar moeder valt en medische verzorging nodig heeft, maar absoluut niet naar een ziekenhuis wil, ziet Grete zich gedwongen om haar zuster Freya om hulp te vragen, met wie zij al in twintig jaar geen contact heeft gehad. Ook haar dochter Anne, van wie Grete zich vervreemd heeft, moet op de hoogte gesteld worden. Alle vier de vrouwen dragen een geheim met zich mee, sommige nog maar kort, andere al hun hele leven. Door de ziekte van Wilhelmine besluiten de andere drie om voorlopig bij elkaar op de boerderij te blijven. Voordat Wilhelmine sterft, is voor ieder van hen de tijd gekomen om eindelijk schoon schip te maken met het verleden en een verzoening met elkaar tot stand te brengen door hun geheimen op te biechten. Afwisselend staat één van de vrouwen centraal. Eerste roman van auteur die voornamelijk als schrijver van detectiveromans bekend is, die zich evenals deze roman afspelen in het gebied van de Elbmarsch in Nedersaksen.