Actuele psychologische roman van de Oostenrijkse auteur (1961, Tirol) waarin het thema vluchteling tijdens de beschreven zomer in meervoudige betekenis een belangrijke rol speelt. De voor de hand liggende betekenis is die van de Syrische vluchtelingenfamilie die door het Duitse echtpaar Richard (verteller) en Natascha in hun zomerhuis aan een meer wordt geïnstalleerd. Dit vooral op initiatief van Natascha, een schrijfster, dan van Richard, een milieuwetenschapper die gletsjers onderzoekt. Als het Syrische echtpaar steeds meer door jongelui uit de buurt wordt bedreigd, vervreemd Richard meer en meer van zijn vrouw, zeker als het gerucht de ronde doet dat de Syrische vader een officier in het leger van Assad zou zijn geweest. Een gelegenheid tot vlucht biedt een collega, die hem uitnodigt om in New Foundland te komen doceren. Als hij afreist, wordt hij echter snel door het onheil ingehaald. De complexe en ambigue personages bekoren en met de drie verschillende eindes grijpt de auteur terug naar de rode draad in zijn oeuvre, de niet te reconstrueren waarheid van een gebeurtenis.