De 91-jarige Klara heeft een visuele beperking, leeft alleen en laat haar leven de revue passeren. Ze begint haar levensverhaal op cassettes in te spreken. Ze begint in het jaar 1929, toen zij op haar 21e als lerares in een revalidatiehuis voor zieke kinderen begint. Op een dag wordt er een eenjarig kind afgegeven, inofficieel, voor een of twee weken. Maar het kind wordt nooit meer opgehaald. Als de Nazis aan de macht komen en het tehuis in financiële moeilijkheden komt is Klara hoofd van de instelling en gaat zij tegen haar overtuiging in toch een samenwerking met ze aan voor het behoud van het tehuis. De 50-jarige Duitse schrijfster Alexa Hennig von Lange baseert dit verhaal op de door haar grootmoeder overleverde cassettes met haar levensverhaal. De schrijfster heeft fictieve elementen aan het verhaal toegevoegd en verweven met de echte gebeurtenissen. Een roman, die vlot leest en een prima sfeerbeeld weet te schetsen van de toenmalige tijd en tijdsgeest.
Eerste deel van een trilogie.