In Syrië wordt een Italiaanse kardinaal die een geheime missie uitvoert vermoord. Commissaris Barudi, die vlak voor zijn pensioen staat, krijgt de opdracht het onderzoek te leiden. Hij stuit daarbij op weinig behulpzame geestelijken, zogenaamde heiligen met geneeskundige krachten, extremistische Islamieten en corrupte overheidsdienaars die de gerechtigheid in de weg staan. Met oriëntaalse wijdlopigheid schetst de - in Damascus geboren - auteur in een wat ouwelijke stijl een treffend beeld van de chaotische situatie in Syrië van vlak voor de burgeroorlog. De voor een misdaadroman nodige spanning ontbreekt evenwel, terwijl een ontluikende liefdesrelatie en de vriendschap met een Italiaanse collega geconstrueerd clichématig en wens vervullend overkomen. De in Duitsland populaire auteur (1946) wordt tot de 'echte vertellers' gerekend.