Max, die het verhaal vanuit zijn perspectief vertelt, is zes jaar als hij met zijn grootouders van Rusland naar Duitsland verhuist. Zijn overbezorgde oma beheerst en beperkt zijn hele jeugd met haar eigenaardige ideeën over opvoeding en hygiëne. Ze laat hem geen ogenblik uit het oog, totdat opa verliefd wordt op de buurvrouw en een kind bij haar verwekt. Omdat het kind zo op haar overleden dochter lijkt, neemt oma zowel het kind als de moeder bij zich in huis. Max komt er geleidelijk aan achter wat er zich in zijn familie vroeger allemaal afgespeeld heeft en waarom ze naar Duitsland gekomen zijn. Het boek beslaat enkele jaren tot Max naar het gymnasium gaat en oma een besluit neemt over zijn toekomst. Het tempo waarin de gebeurtenissen plaatsvinden, ligt hoog, maar de personen ontwikkelen zich niet. Het verhaal blijft aan de oppervlakte en lijkt de nadruk te leggen op de struise taal die door oma gehanteerd wordt: het komische element overheerst ten koste van de diepere laag en de verhaalontwikkeling. Negende roman van Russisch-Duitse auteur met Russisch thema.