Deze huwelijks- en kunstenaarsroman van de Duitse auteur (1965) is een tragikomisch Kammerspiel voor drie personen, dat door de Duitse kritiek unaniem goed is ontvangen. De oude schilder Günter Greilach en zijn vrouw Natascha wachten al twee jaar met groot verlangen op het bezoek van een naamloze jonge doctorandus (titel), die al enkele keren zijn aankomst heeft uitgesteld. De doctorandus moet, door het schrijven van een monografie van de schilder, diens door eerdere afwijzingen gedegenereerde status opkrikken. Natascha hoopt door zijn bezoek weer een beetje hartstocht te voelen in het uitgebluste huwelijk. Als de jongen onverwacht toch voor de deur staat, ontvouwt zich via dialogen en monologen van het echtpaar een voorstelling à la Edward Albee's toneelstuk 'Who is afraid of Virginia Woolf', met de doctorandus als grotendeels luisterende 'dritter im Bunde'. Daarnaast blijken aard en beweegredenen van de jonge man anders dan gedacht. Naast de valse projecties van de echtelieden krijgt ook de kunstwereld een veeg uit de pan. Wie van het werk van Thomas Bernard houdt, kan hier zijn hart ophalen.