Heerlijke mix van ontwikkelingsroman en 'Eifel-Krimi' van de Duitse schrijver (1963) die speelt in 1978 rond een zuidwestelijk Eifeldorp tegen de Luxemburgse grens. De nieuwsgierige en eigengereide 11-jarige boerendochter Sanne en haar even oude vriendin Ulrike zijn tijdens hun fietstochten en vanuit een hoge uitkijkpost in het bos in de Paasvakantie getuige van daar 'normale' zaken zoals smokkel (mede harddrugs), de landelijke jacht op leden van de R.A.F. en de seksuele escapades van enkele dorpsbewoners (ook de burgemeester!). Als de rare voorvallen en zelfs misdrijven zich echter opstapelen, zoals de moord op een motorrijder, een gewapende bankoverval, twee rondhangende vrouwen 'van buiten' en een 'Amerikaan' die onrust zaait door absurd hoge bedragen te bieden voor enkele van de boerderijen, en niemand hen gelooft, gaan ze zelf verder op onderzoek uit, wat niet zonder gevaar blijkt. De suggestieve schrijfstijl, het multi-perspectief, de levensechte personages en de goed getroffen regiosfeer à la de Eifel-televisieserie Mord mit Aussicht zorgen voor spannend leesvoer.