New York, begin jaren '60: de presbyteriaanse gemeenschap is op zoek naar een nieuwe pastoor, Charles en James solliciteren allebei. Met hun verschillende achtergronden vullen ze elkaar mooi aan en geven ze samen invulling aan deze baan. Charles groeide op in een gezin waarin verantwoordelijkheid, studie en Harvard centraal staan, tijdens zijn studie geschiedenis voelt hij zich geroepen door God en gaat hij theologie studeren. James groeit op met een alcoholistische vader, om aan de chaos thuis te ontsnappen gaat hij met hulp van zijn oom studeren. Hij weet niet zeker of hij in God gelooft en kiest voor theologie als middel de wereld te verbeteren. Waar Charles zich richt op de dagelijkse problemen van de gemeenteleden, wil James graag met de maatschappelijke problemen van de tijd aan de slag. Ondanks de verschillen en de persoonlijke problemen waar ze mee te maken krijgen lukt het ze een bloeiende gemeenschap te creëren. Warm geschreven boek waarin het geloof een grote rol speelt. De achtergronden, gedachten en gevoelens van Charles, James en hun vrouwen worden uitgebreid beschreven.