Kaarten laten informatie zien over een gebied: dit kan een continent, land, stad of streek zijn, de wereld of zelfs de zeebodem en de hemel. Sommige kaarten helpen om de weg te vinden of iets uit te leggen, andere tonen natuurlijke kenmerken van een land, grondstoffen, topografie of bevolkingsdichtheid. Ook kunnen kaarten geïllustreerd zijn met tekeningen van gebouwen, zoals toeristische en stadskaarten. Dit deel uit de subserie 'Kijk op kaarten!'* van de reeks 'De jonge onderzoeker' belicht op eenvoudige, overzichtelijke wijze het kaartlezen en laat zien waarom, wanneer en hoe verschillende soorten kaarten worden gebruikt. De rood of blauw omlijnde afbeeldingen van kaarten zijn duidelijk en nemen een prominente plaats in op de bladzijde. De begeleidende, korte teksten zijn begrijpelijk en verduidelijkend. Begrippen als staatkundig, natuurkundig, grondstoffen, statistieken en kompasroos worden in de tekst uitgelegd. Ook de verschillen tussen historische en moderne (digitale) kaarten komen aan de orde. Het boek sluit af met een doe-pagina, verklarende woordenlijst, verwijzingen naar boeken en websites en een alfabetisch register. Vanaf ca. 8 t/m 11 jaar; ook geschikt voor kinderen die moeite hebben met lezen. MLP. *zie a.i.'s deze week voor nog twee delen uit de nieuwe subserie 'Kijk op kaarten!' van de reeks 'De jonge onderzoeker'. MLP.