Een dertigjarige informaticus beseft allengs gevangen te zitten in zichzelf en het levensdoel gemist te hebben. Een zware depressie kondigt zich aan. Hij ontwikkelt fraaie theorieën over bijvoorbeeld economisch en seksueel liberalisme (beide gekenmerkt door de uitbreiding van het maatschappelijk slagveld tot alle klassen en leeftijden, met definitieve winnaars aan de ene en onherroepelijke verliezers aan de andere kant), maar zelf ontbreekt het hem ten enenmale aan praktisch vermogen om uit zichzelf te treden en in contact met de wereld te komen. Wat hij om zich heen ziet en ervaart is overigens ook zo ontmoedigend, dat redding bij voorbaat uitgesloten lijkt. Vergeestelijking is geen pantser tegen verloedering, net zomin als verloedering tot levenslust kan stimuleren. Het cultuurpessimisme verwoord in deze debuutroman zou Houellebecq (1958) vier jaar later nog aanscherpen in zijn magistrale 'Les particules élémentaires' uit 1998, in 1999 in Nederlandse vertaling verschenen als 'Elementaire deeltjes'. Een puntige verwoording van de ontgoocheling van de jaren negentig.