De schrijfster, antropologe en juriste, werkte twee jaar als onderzoeker in een verpleeghuis in de Randstad en schrijft in dit boek over het leven en sterven van dementerenden. Haar onderzoekmethode was die van de participerende observatie. In het verpleeghuis was ze enkele dagen per week aanwezig, zat bij de besprekingen van het personeel, bij gesprekken tussen personeel en familie en hielp mee met eenvoudige werkzaamheden. Ook sprak ze uitgebreid met het personeel. Het tweede gedeelte van het boek bevat een reconstructie van de kwestie van het Groningse verpleeghuis 't Blauwbörgje. In 1997 klaagde de familie van een demente man dit verpleeghuis aan omdat het personeel de man liet versterven. In het boek onder meer aandacht voor de gevolgen van de vele bezuinigingen, het personeelstekort, de verkleuring van het personeel, personeel dat lager geschoold is dan voorheen, de hoge werkdruk, de behandeling van de bewoners, en doodgaan en versterven (= het afzien van kunstmatige toediening van voeding en vocht bij demente verpleeghuisbewoners). Een goed leesbaar boek over een belangrijk maatschappelijk issue (de zorg voor ouderen).
De media schonken veel aandacht aan dit boek.