Anna Fox, bijna veertig, woont alleen in New York City. Na een traumatische gebeurtenis heeft ze straatvrees, slikt pillen, drinkt veel, kijkt zwart-witklassiekers (Hitchcock) en bespioneert met een kijker/camera haar buren. Eens per week komen de psychiater en de fysiotherapeut. Ze werkt nog online als kinderpsychologe en ook op een forum voor agorafobiepatiënten. Ze krijgt contact met de nieuwe buurvrouw Jane die haar helpt na een val buiten. Ze drinken iets en schaken. Dan ziet ze een geweldsscène waarbij Jane zwaargewond raakt. Maar de politie gelooft haar niet. Ze raakt bevriend met de tienerzoon die ook alles ontkent, maar wel vertelt over zijn gewelddadige vader. De auteur, redacteur bij een uitgeverij, schrijft onder pseudoniem een geweldig debuut. Het perspectief ligt bij de onbetrouwbare vertelster die telefonisch contact heeft met haar ex-man en dochtertje (?) en 'leeft' in de films. Wat is realiteit en wat zijn hallucinaties door pillen en drank? Met veel twists zit de plot perfect in elkaar met een spannende, onverwachte ontknoping.