Een meisje gaat voor het eerst naar school. Zij hoopt daar vrienden te maken, maar dat lukt niet. Er komt dan een vogel op haar schouder zitten, een vogel die tegen haar praat, steeds meer en meer. Nu lukt het helemaal niet meer om contact met de kinderen te krijgen en zelfs de juf hoort zij niet meer. De vogel wordt groter en groter en wordt een ware last voor het meisje. Tot Zoë, een meisje uit haar groep, haar een haarlint geeft, waarmee zij de snavel van de vogel dichtsnoert. Een mooi opgebouwd symbolisch verhaal over een meisje dat erg onzeker is, en waarbij de onzekerheid in haar hoofd gestalte krijgt door de vogel die alleen zij ziet en hoort. De vogel wordt steeds groter en het meisje kan de druk niet meer verdragen, maar gelukkig is er een groepsgenootje dat er doorheen weet te breken. Het meisje weet daardoor haar onzekerheid te overwinnen. De prenten laten duidelijk zien dat de kleurrijke vogel, tegen een min of meer donkere achtergrond (aansluitend bij de gevoelens van het meisje), steeds groter wordt. Het kleurgebruik is opvallend: vrijwel geheel zwart-wit met slechts oranje schakeringen, alleen de vogel is meerkleurig. Een geslaagd prentenboek dat het thema onzekerheid invoelbaar maakt. Vanaf ca. 5 jaar.