William, een vroegere vakantieliefde van Luka, komt op doorreis op bezoek in Den Haag. Luka mag hem niet zo heel erg meer, maar besluit toch met hem mee te gaan naar Ieper. Daar doet William onderzoek naar de Eerste Wereldoorlog en Luka voelt zich tot die plek aangetrokken. Gaandeweg leren de jongeren hoe dat komt. Anders dan de tekst en afbeelding op het omslag doen vermoeden, speelt de oorlog een ondergeschikte rol in dit verhaal. Pas halverwege krijgt dat onderwerp meer aandacht. In essentie is dit boek een mengeling van chicklit, antroposofie en historie met een paranormaal sausje. Het is te veel tegelijk en de schrijver lijkt niet te kunnen kiezen waar het verhaal nu eigenlijk over gaat. Ondanks lange, soms kinderlijke, dialogen, lukt het hem wel om de vaart in het verhaal te houden. Er had meer in gezeten. De fictieve historische figuren John en Julius, die beiden een stuk sympathieker overkomen dan Luka, waren bijvoorbeeld boeiende personen geweest voor een verhaal dat zich aan twee kanten van het front afspeelt, met een centralere rol voor de research die Bottinga deed. Vanaf ca. 15 jaar.