Na 1945 kreeg de Universiteit van Utrecht, net als andere universiteiten, te maken met 'massificatie, feminisering, democratisering en internationalisering'. Wat betekende dat voor het studentenleven in de Domstad? Aan de hand van thematische hoofdstukken, geschreven door diverse specialisten (vooral historici onder wie hoogleraar universiteitsgeschiedenis Leen Dorsman), wordt een antwoord gegeven op die vraag. Het boek begint met een fraai historisch overzicht over het studentenleven van de oprichting van de universiteit in 1634. Daarna komen onder meer (de veranderingen in) onderwijs, huisvesting (van hospita tot studentenflats), studiefinanciering en verenigingsleven (zoals het Corps, Unitas en Veritas) aan bod. Daarbij wordt ook regelmatig teruggekeken naar de jaren voor de Tweede Wereldoorlog. Het geheel is goed vormgegeven. De teksten zijn rijk geïllustreerd met foto's in kleur en zwart-wit. Het is een zakelijke beschouwing en zeker geen weemoedboek. Weliswaar staat Utrecht centraal, maar de beschreven ontwikkelingen gelden voor alle Nederlandse universiteiten/studenten. Een boek dat breder gaat dan alleen Utrecht en een wetenschappelijk verantwoorde bijdrage vormt aan de naoorlogse geschiedschrijving.