De jonge Nederlandse Marokkaan Hamid Mansur ontdekt als infiltrant van de AIVD dat er een moord op een bekende Nederlander gepleegd gaat worden. Hij speelt zijn informatie door aan zijn chef die echter diezelfde avond vermoord wordt. Ook anderen die van de operatie weten, sterven en Mansur wordt gezien als dader. Samen met journaliste Puck Labrie proberen zij het Trojaanse complot van de AIVD te ontrafelen. Ook deze spannende thriller over de planning van en de moord op Theo van Gogh balanceert, zoals we van de auteur gewend zijn, op de scheidslijn van feit en fictie. Het verhaal borduurt voort op de nieuwe politieke wereld die in ons land ontstond na de moord op Fortuyn waar de auteur ook een roman over schreef ('De zesde mei'*). Het verhaal is geraffineerd gecomponeerd, en mede dankzij de sympathieke hoofdrolspelers en het feit dat veel feiten in ons aller geheugen staan gegrift, leest het niet alleen als een trein, maar boeit het tot het afschuwelijke eind dat iedereen kent.

*2009-30-2466 (2009/38).