In de serie 'Bij Anna op school' is de hoofdpersoon geen peuter meer, maar een kleuter, die op school turnles krijgt. In dit royale prentenboek worden allerlei oefeningen, die je in een gymnastieklokaal kunt doen (niet echt turnen) worden uitgebeeld in de bekende, gestileerde stijl met dikomlijnde kleurrijke tekeningen van kinderen, die de lezer aankijken met een brede glimlach of een verbaasd o-mondje. Ze dragen geen sportkleding, maar een lange broek en schoenen. Na een warming-up van rennen met een draaiend lint lopen ze over een houten bank, op klossen, in hoepels op de grond, kruipen door een tunnel of klimmen op een rek en glijden van een plank naar beneden. Met ballen gooien in een emmer, en fietsen op een driewieler of (loop-)fiets eindigen de activiteiten. De les wordt afgesloten met een ontspanningsritueel. De twee- tot zesregelige tekst beschrijft de lesonderdelen, en noemt de kinderen bij hun namen. Voor veel kleuters zal de les geen nieuwe dingen bevatten, omdat ze die ook thuis of buiten kunnen spelen. Misschien stimuleert het boek kinderen wel om ook te gaan spelen. Vanaf ca. 4 jaar.