De oude koningin van de mieren is een bij die verdreven is door haar eigen volk. Ze geeft opdracht aan de Mier van Welkom om haar dochter Reina te zoeken. Na veel omzwervingen door de grot van Gruis en Griezel, De Tuin in Aanleg, Knuppeloord, Het Doodlopende Pad, De Gangen van Nood en Wandel en De Hof van Nevelingen ontmoeten ze de Prins van Ginder junior en komen ze terug in Blijgaarde. Onderweg ontmoeten ze allerlei dieren die de tocht moeilijk maken, zoals de parmantige Snoeshaan, de Sloddervos en de Bibberkat, die voor alles bang is. Het verhaal heeft veel weg van een sprookje en fabel, waarbij het goede het kwade verslaat en de situering doet denken aan de Tuinen van Dorr (Paul Biegel). Het is mooi en bijna poëtisch geschreven, waarbij het soms een opsomming van ontmoetingen lijkt. Er zitten veel woordgrapjes in, zoals de haas die het hazenpad kiest. De vele paginagrote kleurige illustraties geven een mooi aanvullend beeld. Vervolg op 'De Tuinen van Ginder : achter de Poort van Heinde'*. Voorlezen vanaf ca. 7 jaar. *2016-23-1316 (2016/46).