In het Braziliaanse Bahia werkt slavin Lua al sinds haar kindertijd op de suikerrietplantage Sao Fidelio. Weinig mensen weten dat ze heeft leren lezen en schrijven, wat verboden is voor slaven, ze leerde het door op haar jonge bazin te letten. Als de oude slavin Imaculada haar in 1763 vraagt naar haar levensverhaal te luisteren en het op te schrijven, voelt ze daar weinig voor. Maar zodra de vrouw gaat vertellen, wordt Lua gegrepen door haar verhaal. Imaculada, dochter van een Afrikaanse hoofdman, werd door mensenvangers naar Brazilië gebracht, als slaaf verkocht en maakte veel mee. Door die ervaringen zoekt Lua met de knappe en dwarse slaaf Zé de vrijheid, maar moet die zwaar bevechten. De Duitse journaliste (1964) die in Hamburg woont en werkt, studeerde Romanistiek in Rio de Janeiro. Haar goed vertaalde, vijfde historische roman is boeiend en prettig leesbaar. De twee verhaallijnen, die van de oude en die van de jonge slavin, zijn goed met elkaar verweven en geven een schrijnend en heel reëel beeld van het lot van de slaven. Achterin is kort de historische achtergrond geschetst. Kleine druk.