Een olifant die verkouden is en met zijn niesbui grote schade aanricht, een framboos die een windje moet laten en daardoor verandert in een frambloos, mevrouwtje Lekkerbek die zoveel mogelijk zoetwaren wil eten, een ik-figuur die heksensoep maakt van onder meer muizenkeutels, hondenpoep, regenwormen en slakkenslijm en een omgedraaide taart als hoed, een hoed van suikergoed als taart op de kers. In totaliteit staan er in dit poëzieprentenboek (A4-formaat) 32 rijmende versjes en gedichten. Naast avonturen van een ik-persoon komen in veel van de gedichten/versjes gepersonifieerde dieren voor, zoals een krokodil, wasbeer, spinnetje, een ijsbeer en een konijn, maar dan wel een proefkonijn. De poëzie is altijd toegankelijk, herkenbaar en laagdrempelig. Omdat het een poëzieprentenboek betreft zijn de illustraties ook van importantie. Het zijn bonte kleurentekeningen onder meer in collagetechniek waarbij gebruik is gemaakt van diverse technieken en materialen. Ze zijn speels en passen goed bij de evenzo speelse gedichten en versjes. Verzorgde en aantrekkelijk ogende uitgave, het debuut van de auteur voor wat betreft poëzie. Voorlezen vanaf ca. 4 t/m 7 jaar.