Beer kan niet slapen. Hij gaat op zoek naar iets om mee te spelen. In de stad vindt hij een oude bank. Maar al zijn vriendjes slapen nog steeds en willen niet mee komen. Dan moet de bank maar naar zijn vriendjes toe. Lief verhaaltje over Beer die de ene na de andere uitvinding doet om het springe-dinges, de bank, naar het bos te krijgen. Van iets dat de bank kan tillen, tot iets waarmee hij de bank naar het bos kan rijden. De pastelkrijt-achtige illustraties, soms pagina vullend en soms los tussen de tekstregels door, zijn speels en laten veel aan de verbeelding over. De tekst zelf staat vol geluiden en gekke woorden. Veel van wat Beer ziet of doet weet hij het juiste woord niet voor, en dus is er een grappig woord of geluid voor bedacht. En soms zie je alleen aan de plaatjes wat Beer aan het doen is. Het meeste van het verhaal speelt zich af tijdens de nacht, de illustraties zijn dan vooral in blauwtinten, en tijdens de ochtend met tinten rood. Vertaling vanuit het Engels waardoor enkele woordgrappen verloren gegaan zijn. Groot rechthoekig prentenboek, vanaf ca. 4 jaar.