Deze debuutroman van Jelle Dehaen (1984) is historische fictie in de vorm van een brievenboek. De brievenschrijver is Marcus Cornelius Balbus. Het verhaal speelt zich af in de Romeinse tijd, van plusminus 69 tot 44 voor Chr. Balbus is een puissant rijke aristocraat die maar één doel heeft: Gaius Julius Caesar op de troon helpen. Hij is een groot bewonderaar van deze man en hij zet werkelijk alle middelen in om zijn doel te bereiken. Zijn invloed is zeer groot. Maar behalve dat het verhaal al zijn inspanningen weergeeft om dat doel te bereiken, is het tevens een autobiografie van Balbus, waarin een riant beeld van de Romeinse tijd wordt geboden. Hij schrijft over zijn jeugd, zijn eerste kennismaking met Caesar en zijn tijd in het leger. De brieven zijn gericht aan zijn beste vriend Lucius. Balbus ondersteunt alle campagnes van Caesar en al zijn gevechten. Maar hij wordt enorm tegengewerkt en zijn positie wankelt. Of dient deze strijd om de macht toch een ander doel voor Balbus? Een boeiend inkijkje in de slangenkuil van de Romeinse politiek.