De hoofd- en ik-persoon van 'De rode strik' is de elfjarige Maria Talberg. Vanuit haar perspectief wordt het verhaal verteld van 'de beestenman', waarvan op de eerste bladzijde al blijkt dat hij 'dood, morsdood' is. Maria heeft een moeder en een zusje, Bee. De beestenman, 'oom Leen' is de vriend van de moeder. De twee zusjes haten hem, hij is vies, een dierenbeul en ook vast kinderbeul. Ze willen van hem af en als hij hun konijntjes wil slachten, besluiten ze ter plekke hem te vermoorden en doen het ook. Dat Bee daarna krankzinnig wordt en in een inrichting terecht komt, weten we al vanaf het begin van het boek. Een knap geschreven psychologische roman. Schrijven vanuit het perspectief van een elfjarige moet uiterst moeilijk zijn, maar het is Van Keulen goed gelukt. De titel slaat op de strik die stropers gebruiken om hun buit te verschalken. Paperback; normale druk.