Duitsland, 1938: de zeventienjarige Christine Bölz is verliefd op niemand minder dan de Joodse Isaac Bauermann. Maar dan breekt de Tweede Wereldoorlog uit en wordt hun verboden nog langer met elkaar om te gaan. Het gaat van kwaad tot erger, tot Isaac en zijn familie naar een werkkamp worden gestuurd. Als door een wonder weet hij te ontsnappen en vindt hij zijn toevlucht op de zolder bij Christine thuis. Maar dan slaat het noodlot toe, hij wordt ontdekt. Beiden worden naar hetzelfde concentratiekamp gestuurd, waar hun liefde meer dan ooit op de proef wordt gesteld. Af en toe verschijnen er romans die veel beloven, maar nog meer waarmaken, zoals dit verhaal. Anders dan in veel soortgelijke verhalen, schetst deze roman de Tweede Wereldoorlog vanuit Duits perspectief en opent een voor velen onbekende wereld. We zijn snel geneigd te vergeten dat ook de gewone Duitse burger veel geleden heeft. Dit verhaal - geïnspireerd op een familiegeschiedenis - schudt je wakker en is tegelijkertijd een pleidooi om niet alle Duitsers uit die tijd over één kam te scheren. Dit debuut wordt nu al vergeleken met bestsellers als 'Het familieportret' van Jenna Blum en 'De bakkersdochter' van Sarah McCoy. Klasse!