De twee pinguïns Pepe en Bo zijn dikke vrienden en wonen op de Galapagoseilanden. Bo is met een golfstroom vanuit de Zuidpool op het eiland Isabela belandt. Hij heeft vaak heimwee. Samen een zandkasteel bouwen, doet hem de pijn vergeten. Als het kasteel vernield is, gaan ze op zoek naar de dader. Alle andere dieren helpen mee. Het verhaal is in vlotte stijl geschreven en typeert de eilandengroep goed. De bladspiegel is royaal met duidelijke schreefloze letter en leestekens. Af en toe staat er een handgeschreven woord tussen. Dit geeft een speels effect. De illustraties, aquarel met spattechniek, zijn schitterend, natuurgetrouw en vervolmaken de tekst. Helaas zijn ze niet in kleur. Dit zou de aantrekkelijkheid van de uitgave vergroot hebben. In een nawoord, dat op een veel hoger AVI-niveau is geschreven, wordt informatie gegeven over de Galapagoseilanden en over de schrijver en de illustrator. Een leuk avontuurlijk leesoefenboek op AVI-E3. Vanaf ca. 6,5 jaar.