‘Goedemiddag, meneer’, zegt een prachtige jonge vrouw tegen Abel. ‘Ik ben Karin en dit is mijn man Herman.’ Ze wijst naar een kale man van een jaar of vijftig. ‘Wij zijn de nieuwe huurders van het appartement boven u. Wij komen ons even voorstellen.’ Abel kijkt verbaasd naar het wonderlijke echtpaar. Hoe komt zo’n oude, kale man aan zo’n beeldschone jonge vrouw? Abel krijgt nieuwe buren: Karin en Herman. Abel voelt zich meteen aangetrokken tot Karin. Met haar man heeft hij liever niets te maken. Maar dan blijkt dat Herman allerlei dingen weet over Abels verleden…