In deze novelle bevindt zich in een verwaarloosd huis een klassieke butler, die uitgesproken opvattingen heeft over zijn ambt. Op een ochtend -de handeling speelt zich af gedurende het programma "Klassieken van acht tot tien" op de radio- treft hij het naakte lijk van zijn mevrouw aan. Verwezen gaat hij door het huis, waarbij telkens herinneringen aan betere tijden naar voren komen. Een liefdesstrijd tussen de man van de dode en zijn broer wordt gesuggereerd. Geheel tegen zijn beroepscode in wordt de butler naar het verboden heiligdom van de broers (de pagode) getrokken, waar hij een ontstellende ontdekking doet. Ter geruststelling is er in laatste instantie de vraag naar schijn en werkelijkheid; de waarde van de waarnemingen van de oude butler -een glazen oog is hier tekenend voor- mag de lezer betwijfelen. Dit aardige, zorgvuldig gekonstrueerde boekje, verscheen eerder als "boekenmaandgeschenk" van de Bijenkorf.